Nascholing: over structuur en weerbaarheid

(Dit artikel is geschreven op verzoek van mij, Julia van Rijn, als classispredikant naar aanleiding van het boeiende gesprek dat ik met ds. Mirjam Buitenwerf had over het belang van permanente educatie. Het leek me goed dit te delen, ter inspiratie).

Het ambt van predikant geeft veel vrijheid. Veel van onze uren kunnen we zelf indelen, behalve op de zondag dan. Ik vind dat zelf een groot goed. Soms mis ik natuurlijk wel de structuur en de vanzelfsprekende contacten met collega’s die een kantoorbaan zou kunnen bieden, maar de ruimte om zelf te kunnen plannen, zelf ideeën te bedenken en uit te voeren zou ik niet graag willen missen.

En tegelijkertijd is het predikantschap ook een kwetsbaar beroep. We herkennen het, denk ik allemaal, of hebben het gezien bij de collega’s in de soms ontluisterende TV-serie ‘Uitgepreekt’ over predikanten die vaak noodgedwongen het ambt vaarwel hebben moeten zeggen. We laten in ons werk veel van onszelf zien en staan vaak alleen. We kunnen makkelijk tot speelbal worden gemaakt - van een kerkenraad, van een bepaalde groep in een gemeente. De secularisatie en vergrijzing leggen grote druk op ons,. Conflicten in de kerk zijn zo oud als de brieven van Paulus.

Vrijheid en kwetsbaarheid, het zijn twee kenmerken van ons ambt. Het is goed en belangrijk dat daar iets tegenover staat wat het in evenwicht houdt. Zelf was ik erg blij toen ik als beginnend predikant na twee jaar kon beginnen aan mijn primaire nascholing. Ja, het kostte veel tijd, en soms was het zwoegen om naast het gewone werk je ‘huiswerk’ voor de volgende cursusdagen af te krijgen. Maar wat heeft het me veel gegeven om samen met collega’s even uit mijn werk getild te worden. Het samen reflecteren op wat je tegenkomt, mooie en ingewikkelde dingen, samen kunnen nadenken over de toekomst van de kerk, kunnen lachen en relativeren van ons soms o zo serieuze vak; ik vond het allemaal buitengewoon waardevol.

En nu zat ik al een tijdje aan te hikken tegen het maken van een plan voor de permanente nascholing, een klusje dat ik zo lang mogelijk heb uitgesteld. Maar ondertussen dacht ik wel aan de goede tijd bij mijn primaire nascholing. Dus heb ik - nog zonder plan - maar gewoon een paar cursussen gedaan, van de PThU en van de Stichting Contextueel Pastoraat. Iedere keer als ik daar tijd voor maak is er weer dat gevoel: het is zó goed om op deze manier los van mijn werk toch met mijn werk bezig te kunnen zijn.

Inmiddels is mijn plan klaar en besproken met de classispredikant. Dat was eigenlijk helemaal niet zo moeilijk. Nu weet ik wanneer de volgende cursus gepland staat en kan ik me daarop verheugen en er rekening mee houden. Nascholing geeft mij structuur en boort mijn creativiteit aan, het maakt me weerbaar en geeft me ruimte en inspiratie om weer verder te kunnen. Voor mij is het investeren in mezelf om met plezier en vreugde te kunnen blijven investeren in de gemeente.

ds. Mirjam Buitenwerf-van der Molen
(predikant in de Regenboog, Leiden)