Een mens te zijn op aarde

Deze week is de Veertigdagentijd begonnen. We zullen ons bezinnen op de weg die Jezus is gegaan.

De lezing voor de eerste zondag voor deze tijd is het verhaal van de beproeving in de woestijn. Jezus gaat de weg van Israël. Het volk moest door het water van de Rietzee heen de woestijn in, veertig jaar lang, om te leren wat het betekent in vrijheid volgens de Tien Woorden van God te leven. Dan pas kan het het land van belofte betreden.

Jezus ging door het water van de Jordaan heen, waar hij gedoopt werd en de Geest in de gestalte van een duif op hem neerdaalde. Maar nu is de hemel gesloten en de vogel gevlogen, zoals Nico ter Linden zo mooi schreef in 'Het verhaal gaat…'.

Nee, niet helemaal, want de Geest drijft Jezus de woestijn in. Wanneer Hij veertig dagen heeft gevast, komt de duivel om hem te beproeven. In het Grieks staat diabolos, degene die uiteenwerpt, tweedracht zaait. Een splijtzwam op de weg van het koninkrijk. Een kracht die een mens probeert af te leiden van zijn roeping, te verleiden tot de weg van de minste weerstand. De duivel neemt hem mee naar drie randgebieden: de woestijn, het dak van de tempel en de berg; locaties waar je gemakkelijk je evenwicht verliest. De duivelse stem weet waar hij Jezus moet raken. Alsof hij getuige was van Jezus’ doop, haakt hij aan de bij de hemelse stem: Als u de zoon van God bent… Ja, dat is het nu net. Teruggeworpen op zichzelf in de woestijn, na veertig dagen vasten, dringen de vragen zich aan Jezus op. Wat is mijn roeping? Hoe zal ik mijn weg gaan? Hoe blijf ik dicht bij God en trouw aan mijzelf?

Als jij Gods zoon bent, zegt de duivel, dan is het leven toch eenvoudig? Dan maak je toch van stenen brood om je honger als bij toverslag te stillen? Dan is het toch een koud kunstje om van het dak van de tempel te springen? De engelen zullen je op handen dragen - ja ja, de duivel heeft zijn psalmversje ook geleerd - en een tempelplein vol mensen roept oh en ah. En ach, als we even vergeten dat je Gods zoon bent, en je mij aanbidt, dan zullen de koninkrijken je zo in de schoot vallen…

In de wildernis knagen die vragen als honger. We houden de adem in. Hier in de woestijn, voor hij aan zijn weg begint, zoekt Jezus naar wie hij is, moet hij het weten: wordt het dood of leven? Nu klinkt er geen stem uit de hemel. Jezus is geen marionet, die de weg van de Vader volgens plan gaat. Hij is de zoon die kiest in vrijheid. En hij is ten prooi aan duizend vrezen. Wat doet Jezus? Kiest hij de weg van de minste weerstand? Sluit hij on-messiaanse compromissen? Nee, hier staat een kind van Israël. Hij kent geen andere ingang tot God dan via de tora en hij vertrouwt op de kracht van de woorden van Mozes. Hij zegt: De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God. Stel de Heer, uw God, niet op de proef. Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem. Daarna liet de duivel hem met rust en kwamen engelen om hem te dienen.

Dit verhaal klinkt nu voor ons, op weg naar Pasen. Als wij ons bezinnen op de weg van Jezus kan het niet anders dan wat we zelf ook in het geding zijn. Zoals Willem Barnard dichtte:

Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
is komen uit het water
en staan in de woestijn.

Allemaal horen we vroeg of laat een duivelse stem die ons beproeft. In ons leven en samenleven staan we zo vaak voor dilemma’s. Gaan we voor snelle bevrediging van onze eigen behoeften of kijken we naar wat iedereen op aarde nodig heeft, nu en in de toekomst? Zoeken we de bewondering van ons glanzende profiel op de sociale media of durven we kwetsbaar te zijn in het echte leven. Proberen we macht te verwerven, sterk te zijn, of zullen we dicht bij elkaar blijven en elkaar dienen? Veertig dagen, de leerschool van de wildernis, zijn ons gegeven om bij onszelf te rade te gaan hoe wij mens op aarde willen zijn. Ik wens u vrede en alle goeds op weg naar Pasen en groet u met de woorden van Barnard:

Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
dat is de Geest aanvaarden
die naar het leven leidt:
de mensen niet verlaten,
Gods woord zijn toegedaan,
dat is op deze aarde
de duivel wederstaan.

ds. Julia van Rijn, classispredikant